Icoon Buitenbeentje Buitenbeentje


Over deze werkvorm

Met deze werkvorm leren studenten begrippen beter te begrijpen: studenten bediscussiëren in groepjes een rijtje met woorden/termen/begrippen om samen het buitenbeentje te achterhalen. Oftewel, wat hoort er niet bij?

Goed om te weten

Denkniveau
Deze 6 denkniveaus, die je ook wel als 'soorten van leren' zou kunnen zien, komen uit de Taxonomie van Bloom. De niveaus dienen om een onderscheid te maken in de complexiteit van het kennisniveau waar bij de studenten een beroep op wordt gedaan. Door in het filter één of meer denkniveaus te selecteren, zie je enkel de werkvormen die de desbetreffende denkniveaus aanspreken.
Interactie
Bij synchroon leren zijn alle studenten tegelijkertijd en in dezelfde ruimte met de werkvorm bezig, waarbij in de meeste gevallen interactie plaatsvindt. Bij asynchroon leren is dat niet het geval en kunnen studenten los van elkaar (in ruimte én tijd) de werkvorm uitvoeren.
Groepsgrootte
Met dit kenmerk wordt aangegeven of deze werkvorm al dan niet geschikt is voor individuele studenten, duo's, groepjes of misschien zelfs de gehele klas in coöperatie.
Tijdsduur
Dit kenmerk geeft aan hoeveel tijd je kwijt bent met de volledige uitvoering van de werkvorm. NB. Hierbij is voorbereidingstijd niet inbegrepen.
Docentniveau
Met dit kenmerk is onderscheid gemaakt tussen werkvormen die relatief eenvoudig voor te bereiden en uit te voeren zijn (docentniveau 'Beginnend') en de wat complexere werkvormen (docentniveau 'Gevorderd') die een grotere mate van voorbereiding of docentvaardigheid vragen. NB. Dit kenmerk geeft niet de gewenste hoeveelheid 'technische' kennis/vaardigheid weer.
Flipping the classroom
Bij 'flipping the classroom' draai je de structuur van je les om. (Klassikale) uitleg die je normaal gesproken in de les zou geven, geef je nu als huiswerk op, bijvoorbeeld door het delen van een instructiefilmpje. Het 'huiswerk' (actief met de stof bezig zijn) doen studenten vervolgens in je les in plaats van thuis, met daarbij veel ruimte voor directe feedback. Het doel van 'flipping the classroom' is dat je je lestijd efficiënter gebruikt. Sommige werkvormen zijn hiervoor uitermate geschikt, andere helemaal niet.
Werkvormniveau
Met dit kenmerk zijn werkvormen gegroepeerd op wat deelname aan de werkvorm vergt van de studenten. Hoe meer voorkennis en/of voorbereiding en/of hulpmiddelen en/of vaardigheid van de student gevraagd wordt bij deelname aan de werkvorm, hoe complexer deze is gekenmerkt.

Interactie

Synchroon

Flipping the Classroom

do_not_disturb

Groepsgrootte

2 studenten

3-5 studenten

Tijdsduur

Tot 15 minuten, 15-30 minuten watch_later

Werkvormniveau

Docentniveau

Beginnend

Denkniveau

Onthouden

Begrijpen

Hulpmiddelen

Canvas om de opdracht met de studenten te delen.

Aan de slag

Bedenk bij welke lesstof je deze werkvorm wilt inzetten. Lesstof die is voorzien van een begrippen- of woordenlijst (taaldocenten opgelet!) leent zich bij uitstek voor deze werkvorm. Stel vervolgens een aantal rijtjes met 4 tot 7 woorden samen, waarbij de woorden in elk rijtje met elkaar te maken hebben. Voeg aan elk rijtje ook een buitenbeentje toe: een woord dat te maken heeft met de rest maar niet in het rijtje thuishoort. Bijvoorbeeld:

  • Mount Everest
    • Berg
    • Hoogste
    • Platen
    • India → De Mount Everest bevindt zich niet in India
    • Himalaya
    • Azië
  • The Weather
    • Cloudy
    • Son → Dit moet 'sun' (= zon) zijn, 'son' betekent zoon
    • Snow
    • Rain
    • Overcast
    • Whirlwind

Bedenk tevens of je met deze werkvorm een of meer leerdoelen wilt behalen (zo ja, welke?). Plaats de woordenlijstjes in je Canvas-cursus of zet deze opdracht op een andere manier klaar om in je les te distribueren (één voor één op je bord projecteren, kaartjes maken, etc.). Voer de werkvorm als volgt uit:

Stap 1 - Heb je in de voorbereiding leerdoelen geformuleerd? Deel die dan nu met de studenten. 
Stap 2 - Verdeel de klas in groepjes van 2 tot max. 5 studenten.
Stap 3 -
Leg de opdracht aan de studenten uit: bediscussieer bij elk woordenlijstje wat het buitenbeentje is.
Stap 4 - Deel de woordenlijstjes met de studenten en laat ze de opdracht uitvoeren.
Stap 5 - Doe een klassikale terugkoppeling waarbij je welk elk woordenlijstje kort nabespreekt.
Stap 6 - Als je bij stap 1 leerdoelen met de studenten hebt gedeeld, controleer dan nu of deze behaald zijn.

Net even anders

  • Laat de studenten, ter verwerking van lesstof, zelf de woordenrijtjes incl. buitenbeentjes maken. Dit kan natuurlijk ook als huiswerk. Kies de beste woordenlijstjes uit en voer daar vervolgens deze werkvorm mee uit, al dan niet aangevuld met nog wat zelf gemaakte woordenlijstjes.

Tips van DiDi

  • Het kan interessant discussies opleveren als je aan sommige woordenlijstjes meer dan één buitenbeentje toevoegt die, afhankelijk van het perspectief waarin je ze bekijkt, wel of geen buitenbeentje blijken.
  • Het kan wenselijk zijn om de groepjes vooraf alvast in te delen, rekening houdend met het niveau van individuele studenten.
  • Blijkt tijdens de klassikale terugkoppeling dat studenten bepaalde woorden/begrippen/termen onvoldoende beheersen? Behandel deze dan (nogmaals) in de les.
  • In de DiDi Community kun je met collega's in gesprek over deze werkvorm en de onderstaande applicaties: stel daar al je vragen en deel je ervaringen of check de best practices van andere docenten!

Hulpmiddelen

Canvas om de opdracht met de studenten te delen, Microsoft Teams voor de communicatie en de breakout rooms.

Aan de slag

Bedenk bij welke lesstof je deze werkvorm wilt inzetten. Lesstof die is voorzien van een begrippen- of woordenlijst (taaldocenten opgelet!) leent zich bij uitstek voor deze werkvorm. Stel vervolgens een aantal rijtjes met 4 tot 7 woorden samen, waarbij de woorden in elk rijtje met elkaar te maken hebben. Voeg aan elk rijtje ook een buitenbeentje toe: een woord dat te maken heeft met de rest maar niet in het rijtje thuishoort. Bijvoorbeeld:

  • Mount Everest
    • Berg
    • Hoogste
    • Platen
    • India → De Mount Everest bevindt zich niet in India
    • Himalaya
    • Azië
  • The Weather
    • Cloudy
    • Son → Dit moet 'sun' (= zon) zijn, 'son' betekent zoon
    • Snow
    • Rain
    • Overcast
    • Whirlwind

Bedenk tevens of je met deze werkvorm een of meer leerdoelen wilt behalen (zo ja, welke?). Plaats de woordenlijstjes in je Canvas-cursus of zet deze opdracht op een andere manier klaar om in je les te distribueren (één voor één op je bord projecteren, kaartjes maken, etc.). Voer de werkvorm als volgt uit:

Stap 1 - Heb je in de voorbereiding leerdoelen geformuleerd? Deel die dan nu met de studenten. 
Stap 2 - Verdeel de klas in groepjes van 2 tot max. 5 studenten. Gebruik hiervoor breakout rooms in Microsoft Teams, waarbij je de studenten in het klaslokaal kunt vragen om ook deel te nemen aan de online les zodat je de studenten thuis en in het klaslokaal samen cq. gemengd in breakout rooms kunt plaatsen. Zorg in dat geval dat de studenten in je klaslokaal de beschikking hebben over oortjes of headsets zodat ze geen last hebben van elkaar.
Stap 3 -
Leg de opdracht aan de studenten uit: bediscussieer bij elk woordenlijstje wat het buitenbeentje is.
Stap 4 - Deel de woordenlijstjes met de studenten en laat ze de opdracht uitvoeren. Beweeg je gedurende de opdracht in een coachende rol tussen de groepjes.
Stap 5 - Doe een klassikale terugkoppeling waarbij je welk elk woordenlijstje kort nabespreekt.
Stap 6 - Als je bij stap 1 leerdoelen met de studenten hebt gedeeld, controleer dan nu of deze behaald zijn.

Net even anders

  • Laat de studenten, ter verwerking van lesstof, zelf de woordenrijtjes incl. buitenbeentjes maken. Dit kan natuurlijk ook als huiswerk. Kies de beste woordenlijstjes uit en voer daar vervolgens deze werkvorm mee uit, al dan niet aangevuld met nog wat zelf gemaakte woordenlijstjes.

Tips van DiDi

  • Het kan interessant discussies opleveren als je aan sommige woordenlijstjes meer dan één buitenbeentje toevoegt die, afhankelijk van het perspectief waarin je ze bekijkt, wel of geen buitenbeentje blijken.
  • Het kan wenselijk zijn om de groepjes vooraf alvast in te delen, rekening houdend met het niveau van individuele studenten. Maak in dat geval ook alvast de bijbehorende breakout rooms aan in Microsoft Teams.
  • Blijkt tijdens de klassikale terugkoppeling dat studenten bepaalde woorden/begrippen/termen onvoldoende beheersen? Behandel deze dan (nogmaals) in de les.
  • In de DiDi Community kun je met collega's in gesprek over deze werkvorm en de onderstaande applicaties: stel daar al je vragen en deel je ervaringen of check de best practices van andere docenten!

Hulpmiddelen

Canvas om de opdracht met de studenten te delen, Microsoft Teams voor de communicatie en de breakout rooms.

Aan de slag

Bedenk bij welke lesstof je deze werkvorm wilt inzetten. Lesstof die is voorzien van een begrippen- of woordenlijst (taaldocenten opgelet!) leent zich bij uitstek voor deze werkvorm. Stel vervolgens een aantal rijtjes met 4 tot 7 woorden samen, waarbij de woorden in elk rijtje met elkaar te maken hebben. Voeg aan elk rijtje ook een buitenbeentje toe: een woord dat te maken heeft met de rest maar niet in het rijtje thuishoort. Bijvoorbeeld:

  • Mount Everest
    • Berg
    • Hoogste
    • Platen
    • India → De Mount Everest bevindt zich niet in India
    • Himalaya
    • Azië
  • The Weather
    • Cloudy
    • Son → Dit moet 'sun' (= zon) zijn, 'son' betekent zoon
    • Snow
    • Rain
    • Overcast
    • Whirlwind

Bedenk tevens of je met deze werkvorm een of meer leerdoelen wilt behalen (zo ja, welke?). Plaats de woordenlijstjes in je Canvas-cursus of zet deze opdracht op een andere manier klaar om in je les te distribueren (één voor één op je bord projecteren, kaartjes maken, etc.). Voer de werkvorm als volgt uit:

Stap 1 - Heb je in de voorbereiding leerdoelen geformuleerd? Deel die dan nu met de studenten. 
Stap 2 - Verdeel de klas in groepjes van 2 tot max. 5 studenten. Gebruik hiervoor breakout rooms in Microsoft Teams.
Stap 3 -
Leg de opdracht aan de studenten uit: bediscussieer bij elk woordenlijstje wat het buitenbeentje is.
Stap 4 - Deel de woordenlijstjes met de studenten en laat ze de opdracht uitvoeren in de breakout rooms, waarbij jij je in een coachende rol tussen de groepjes beweegt.
Stap 5 - Doe een klassikale terugkoppeling waarbij je welk elk woordenlijstje kort nabespreekt.
Stap 6 - Als je bij stap 1 leerdoelen met de studenten hebt gedeeld, controleer dan nu of deze behaald zijn.

Net even anders

  • Laat de studenten, ter verwerking van lesstof, zelf de woordenrijtjes incl. buitenbeentjes maken. Dit kan natuurlijk ook als huiswerk. Kies de beste woordenlijstjes uit en voer daar vervolgens deze werkvorm mee uit, al dan niet aangevuld met nog wat zelf gemaakte woordenlijstjes.

Tips van DiDi

  • Het kan interessant discussies opleveren als je aan sommige woordenlijstjes meer dan één buitenbeentje toevoegt die, afhankelijk van het perspectief waarin je ze bekijkt, wel of geen buitenbeentje blijken.
  • Het kan wenselijk zijn om de groepjes vooraf alvast in te delen, rekening houdend met het niveau van individuele studenten. Maak in dat geval ook alvast de bijbehorende breakout rooms aan in Microsoft Teams.
  • Blijkt tijdens de klassikale terugkoppeling dat studenten bepaalde woorden/begrippen/termen onvoldoende beheersen? Behandel deze dan (nogmaals) in de les.
  • In de DiDi Community kun je met collega's in gesprek over deze werkvorm en de onderstaande applicaties: stel daar al je vragen en deel je ervaringen of check de best practices van andere docenten!

Aanbevolen applicaties

Microsoft Teams

Microsoft Teams

Microsoft Teams is een samenwerkings-app voor hybride onderwijs, zodat jij en je studenten op één plaats op de hoogte, georganiseerd en verbonden blijven.
Canvas

Canvas

Canvas is ons nieuwe LeerManagement Systeem (LMS). Gebruik verschillende didactische componenten om cursussen te bouwen en je onderwijs aan te bieden.