Icoon Interviews Interviews


Over deze werkvorm

Bij deze werkvorm gaan studenten een onderwerp onderzoeken door verschillende mensen hierover te interviewen.

Goed om te weten

Denkniveau
Deze 6 denkniveaus, die je ook wel als 'soorten van leren' zou kunnen zien, komen uit de Taxonomie van Bloom. De niveaus dienen om een onderscheid te maken in de complexiteit van het kennisniveau waar bij de studenten een beroep op wordt gedaan. Door in het filter één of meer denkniveaus te selecteren, zie je enkel de werkvormen die de desbetreffende denkniveaus aanspreken.
Interactie
Bij synchroon leren zijn alle studenten tegelijkertijd en in dezelfde ruimte met de werkvorm bezig, waarbij in de meeste gevallen interactie plaatsvindt. Bij asynchroon leren is dat niet het geval en kunnen studenten los van elkaar (in ruimte én tijd) de werkvorm uitvoeren.
Groepsgrootte
Met dit kenmerk wordt aangegeven of deze werkvorm al dan niet geschikt is voor individuele studenten, duo's, groepjes of misschien zelfs de gehele klas in coöperatie.
Tijdsduur
Dit kenmerk geeft aan hoeveel tijd je kwijt bent met de volledige uitvoering van de werkvorm. NB. Hierbij is voorbereidingstijd niet inbegrepen.
Docentniveau
Met dit kenmerk is onderscheid gemaakt tussen werkvormen die relatief eenvoudig voor te bereiden en uit te voeren zijn (docentniveau 'Beginnend') en de wat complexere werkvormen (docentniveau 'Gevorderd') die een grotere mate van voorbereiding of docentvaardigheid vragen. NB. Dit kenmerk geeft niet de gewenste hoeveelheid 'technische' kennis/vaardigheid weer.
Flipping the classroom
Bij 'flipping the classroom' draai je de structuur van je les om. (Klassikale) uitleg die je normaal gesproken in de les zou geven, geef je nu als huiswerk op, bijvoorbeeld door het delen van een instructiefilmpje. Het 'huiswerk' (actief met de stof bezig zijn) doen studenten vervolgens in je les in plaats van thuis, met daarbij veel ruimte voor directe feedback. Het doel van 'flipping the classroom' is dat je je lestijd efficiënter gebruikt. Sommige werkvormen zijn hiervoor uitermate geschikt, andere helemaal niet.
Werkvormniveau
Met dit kenmerk zijn werkvormen gegroepeerd op wat deelname aan de werkvorm vergt van de studenten. Hoe meer voorkennis en/of voorbereiding en/of hulpmiddelen en/of vaardigheid van de student gevraagd wordt bij deelname aan de werkvorm, hoe complexer deze is gekenmerkt.

Interactie

Asynchroon

Flipping the Classroom

check_circle

Groepsgrootte

Individueel

2 studenten

Tijdsduur

Meerdere lessen watch_later

Werkvormniveau

Docentniveau

Beginnend

Denkniveau

Begrijpen

Toepassen

Analyseren

Evalueren

Creëren

Hulpmiddelen

Als je studenten laat samenwerken, kunnen ze communiceren via Microsoft Teams. Ook kun je ze gebruik laten maken van een applicatie als Mural, OneNote Class Notebook of Padlet voor een gezamenlijke uitwerking. De uitwerking kan vervolgens ingeleverd worden via Canvas.

Aan de slag

Bedenk met welk onderwerp je de studenten aan de slag wilt laten gaan. Je kunt er voor kiezen om een (onderzoeks-)vraag te formuleren die de studenten met hun interviews moeten onderzoeken en vervolgens beantwoorden, bijvoorbeeld Wat is gastvrijheid?

Bepaal de kaders van de opdracht: Individueel of in tweetallen? Hoeveel interviews afnemen? Tijdens de les of buiten schooltijd? Wanneer deadline? Hoe en wanneer resultaten presenteren?

Bedenk tevens of je met deze werkvorm een of meer leerdoelen wilt behalen (zo ja, welke?). Voer de werkvorm als volgt uit:

Stap 1 - Bespreek klassikaal het onderwerp 'Interview(en)'. Activeer de voorkennis en bespreek het doel/functie van een interview.
Stap 2 -
Geef uitleg over vraagtypen (open/gesloten) en (benadruk) het belang van het stellen van open vragen in een interview. Zie ook de oefening 'Caesar en Cleopatra' onder de 'Tips van DiDi'. Handige tip voor je studenten: vragen die met een werkwoord beginnen zijn altijd gesloten!
Stap 3 - Leg de opdracht uit inclusief de leerdoelen en de in de voorbereiding bepaalde kaders: Geef aan hoeveel interviews ze (tenminste) af moeten nemen, binnen welke tijd de interviews afgenomen moeten worden, of ze dit tijdens je les(sen) mogen doen of  in hun eigen tijd en wanneer en hoe de resultaten gepresenteerd moeten worden.
Stap 4 - Als de studenten deze opdracht in groepjes uitvoeren, deel die dan nu in. Je kunt hiervoor een handige applicatie (klik) gebruiken die dit random voor jou doet.
Stap 5 - Laat de studenten/groepjes tenminste 20 interviewvragen bedenken waarvan tenminste 15 vragen open moeten zijn. Laat de studenten hun vragen vervolgens indelen in twee categorieën: belangrijke vragen die ze sowieso willen stellen en vragen die ze kunnen stellen als er tijd over is of als de situatie dat toelaat. Leg hierbij uit dat de tijd van sommige mensen kostbaar/beperkt is, met name bij bedrijven.
Stap 6 - Controleer de vragen van de studenten/groepjes, let daarbij op de verhouding open/gesloten vragen en geef feedback op de gemaakte prioritering.
Stap 7 -
Laat studenten/groepjes vervolgens aan jou een voorstel doen voor wie ze willen interviewen en waarom ze die personen hebben uitgekozen. Als ze in hun voorstel een organisatie of bedrijf kiezen, laat ze dan specificeren wie (welke persoon/functie) ze willen interviewen. Geef feedback op hun voorstel en keur het al dan niet goed. Studenten mogen pas interviews afnemen nadat hun voorstel door jou is goedgekeurd.
Stap 8 - Laat de studenten/groepjes hun interviews afnemen.
Stap 9 - Laat de studenten/groepjes hun bevindingen presenteren.
Stap 10 - Als je bij stap 4 leerdoelen met de studenten hebt gedeeld, controleer dan nu of deze behaald zijn.

Net even anders

  • Laat de studenten/groepjes bij elk van hun vragen ook een 'doorvraag-vraag' formuleren.
  • In plaats van dat je de studenten/groepjes op pad stuurt om interviews af te nemen, kun je ook een expert in je les uitnodigen. Je studenten kunnen deze persoon dan klassikaal interviewen à la College Tour.

Tips van DiDi

  • Gebruik de oefening 'Caesar en Cleopatra' om studenten bewust te maken van het verschil tussen open en gesloten vragen evenals het belang van open vragen stellen in een interview:
    • Geef de klas het volgende raadsel op:
      • Caesar en Cleopatra liggen dood in de kamer. Ra ra, wat is er gebeurd?
    • Studenten moeten nu achterhalen wat er is gebeurd. Hierbij mogen ze alleen gesloten (ja/nee) vragen stellen.
      • Cleopatra is een goudvis en leeft in een viskom. De viskom staat op een grote luidspreker. De luidspreker is van Oscar, die erg veel van muziek en dieren houdt. Oscar heeft ook een poes, Caesar. Op een dag, toen Oscar het volume maximaal had opengedraaid, sprong de viskom en brak in stukken. Cleopatra, de goudvis, lag nog maar net te spartelen op de grond toen Caesar eraan kwam rennen. Omdat Caesar al vanaf zijn geboorte veel zin in Cleopatra had, greep hij zijn kans en hapte direct toe. Maar helaas voor Caesar bereikte een van de glassplinters eerder zijn strot. En zo lagen ze in die kamer, allebei dood. Cleopatra omdat vissen niet op het droge kunnen leven, Caesar omdat poezen geen glas kunnen eten. Oscars luidspreker deed het gelukkig nog.
    • Sluit de oefening af met het delen van het hele verhaal en benadruk daarbij dat je met één open vraag (Wat is er gebeurd?) het hele verhaal kan achterhalen. Koppel dit vervolgens aan de werkvorm en benadruk dat je bij interviews met open vragen véél meer informatie krijgt dan met gesloten vragen.
  • Gebruik voor stappen 5 en 6 de 'opdrachten' functionaliteit van Canvas: laat de studenten hun vragen in Canvas inleveren (stap 5) en geef vervolgens feedback (stap 6).
  • Als je de studenten in groepjes laat werken, overweeg dan om deze vooraf alvast in te delen.
  • In de DiDi Community kun je met collega's in gesprek over deze werkvorm en de onderstaande applicaties: stel daar al je vragen en deel je ervaringen of check de best practices van andere docenten!

Hulpmiddelen

Als je studenten laat samenwerken, kunnen ze communiceren via Microsoft Teams. Ook kun je ze gebruik laten maken van een applicatie als Mural, OneNote Class Notebook of Padlet voor een gezamenlijke uitwerking. De uitwerking kan vervolgens ingeleverd worden via Canvas.

Aan de slag

Bedenk met welk onderwerp je de studenten aan de slag wilt laten gaan. Je kunt er voor kiezen om een (onderzoeks-)vraag te formuleren die de studenten met hun interviews moeten onderzoeken en vervolgens beantwoorden, bijvoorbeeld Wat is gastvrijheid?

Bepaal de kaders van de opdracht: Individueel of in tweetallen? Hoeveel interviews afnemen? Tijdens de les of buiten schooltijd? Wanneer deadline? Hoe en wanneer resultaten presenteren?

Bedenk tevens of je met deze werkvorm een of meer leerdoelen wilt behalen (zo ja, welke?). Voer de werkvorm als volgt uit:

Stap 1 - Bespreek klassikaal het onderwerp 'Interview(en)'. Activeer de voorkennis en bespreek het doel/functie van een interview.
Stap 2 -
Geef uitleg over vraagtypen (open/gesloten) en (benadruk) het belang van het stellen van open vragen in een interview. Zie ook de oefening 'Caesar en Cleopatra' onder de 'Tips van DiDi'. Handige tip voor je studenten: vragen die met een werkwoord beginnen zijn altijd gesloten!
Stap 3 - Leg de opdracht uit inclusief de leerdoelen en de in de voorbereiding bepaalde kaders: Geef aan hoeveel interviews ze (tenminste) af moeten nemen, binnen welke tijd de interviews afgenomen moeten worden, of ze dit tijdens je les(sen) mogen doen of  in hun eigen tijd en wanneer en hoe de resultaten gepresenteerd moeten worden.
Stap 4 - Als de studenten deze opdracht in groepjes uitvoeren, deel die dan nu in. Je kunt hiervoor een handige applicatie (klik) gebruiken die dit random voor jou doet. Plaats de groepjes vervolgens in breakout rooms in Microsoft Teams waarbij je de studenten in het klaslokaal kunt vragen om ook deel te nemen aan de online les zodat je de studenten thuis en in het klaslokaal samen cq. gemengd in breakout rooms kunt plaatsen. Zorg in dat geval dat de studenten in je klaslokaal de beschikking hebben over oortjes of headsets zodat ze geen last hebben van elkaar.
Stap 5 - Laat de studenten/groepjes tenminste 20 interviewvragen bedenken waarvan tenminste 15 vragen open moeten zijn. Laat de studenten hun vragen vervolgens indelen in twee categorieën: belangrijke vragen die ze sowieso willen stellen en vragen die ze kunnen stellen als er tijd over is of als de situatie dat toelaat. Leg hierbij uit dat de tijd van sommige mensen kostbaar/beperkt is, met name bij bedrijven.
Stap 6 - Controleer de vragen van de studenten/groepjes, let daarbij op de verhouding open/gesloten vragen en geef feedback op de gemaakte prioritering.
Stap 7 -
Laat studenten/groepjes vervolgens aan jou een voorstel doen voor wie ze willen interviewen en waarom ze die personen hebben uitgekozen. Als ze in hun voorstel een organisatie of bedrijf kiezen, laat ze dan specificeren wie (welke persoon/functie) ze willen interviewen. Geef feedback op hun voorstel en keur het al dan niet goed. Studenten mogen pas interviews afnemen nadat hun voorstel door jou is goedgekeurd.
Stap 8 - Laat de studenten/groepjes hun interviews afnemen.
Stap 9 - Laat de studenten/groepjes hun bevindingen presenteren.
Stap 10 - Als je bij stap 4 leerdoelen met de studenten hebt gedeeld, controleer dan nu of deze behaald zijn.

Net even anders

  • Laat de studenten/groepjes bij elk van hun vragen ook een 'doorvraag-vraag' formuleren.
  • In plaats van dat je de studenten/groepjes op pad stuurt om interviews af te nemen, kun je ook een expert in je les uitnodigen. Je studenten kunnen deze persoon dan klassikaal interviewen à la College Tour.

Tips van DiDi

  • Gebruik de oefening 'Caesar en Cleopatra' om studenten bewust te maken van het verschil tussen open en gesloten vragen evenals het belang van open vragen stellen in een interview:
    • Geef de klas het volgende raadsel op:
      • Caesar en Cleopatra liggen dood in de kamer. Ra ra, wat is er gebeurd?
    • Studenten moeten nu achterhalen wat er is gebeurd. Hierbij mogen ze alleen gesloten (ja/nee) vragen stellen.
      • Cleopatra is een goudvis en leeft in een viskom. De viskom staat op een grote luidspreker. De luidspreker is van Oscar, die erg veel van muziek en dieren houdt. Oscar heeft ook een poes, Caesar. Op een dag, toen Oscar het volume maximaal had opengedraaid, sprong de viskom en brak in stukken. Cleopatra, de goudvis, lag nog maar net te spartelen op de grond toen Caesar eraan kwam rennen. Omdat Caesar al vanaf zijn geboorte veel zin in Cleopatra had, greep hij zijn kans en hapte direct toe. Maar helaas voor Caesar bereikte een van de glassplinters eerder zijn strot. En zo lagen ze in die kamer, allebei dood. Cleopatra omdat vissen niet op het droge kunnen leven, Caesar omdat poezen geen glas kunnen eten. Oscars luidspreker deed het gelukkig nog.
    • Sluit de oefening af met het delen van het hele verhaal en benadruk daarbij dat je met één open vraag (Wat is er gebeurd?) het hele verhaal kan achterhalen. Koppel dit vervolgens aan de werkvorm en benadruk dat je bij interviews met open vragen véél meer informatie krijgt dan met gesloten vragen.
  • Gebruik voor stappen 5 en 6 de 'opdrachten' functionaliteit van Canvas: laat de studenten hun vragen in Canvas inleveren (stap 5) en geef vervolgens feedback (stap 6).
  • Als je de studenten in groepjes laat werken, overweeg dan om deze vooraf alvast in te delen. Maak dan meteen alvast de bijbehorende breakout rooms aan in Microsoft Teams.
  • In de DiDi Community kun je met collega's in gesprek over deze werkvorm en de onderstaande applicaties: stel daar al je vragen en deel je ervaringen of check de best practices van andere docenten!

Hulpmiddelen

Als je studenten laat samenwerken, kunnen ze communiceren via Microsoft Teams. Ook kun je ze gebruik laten maken van een applicatie als Mural, OneNote Class Notebook of Padlet voor een gezamenlijke uitwerking. De uitwerking kan vervolgens ingeleverd worden via Canvas.

Aan de slag

Bedenk met welk onderwerp je de studenten aan de slag wilt laten gaan. Je kunt er voor kiezen om een (onderzoeks-)vraag te formuleren die de studenten met hun interviews moeten onderzoeken en vervolgens beantwoorden, bijvoorbeeld Wat is gastvrijheid?

Bepaal de kaders van de opdracht: Individueel of in tweetallen? Hoeveel interviews afnemen? Tijdens de les of buiten schooltijd? Wanneer deadline? Hoe en wanneer resultaten presenteren?

Bedenk tevens of je met deze werkvorm een of meer leerdoelen wilt behalen (zo ja, welke?). Voer de werkvorm als volgt uit:

Stap 1 - Bespreek klassikaal het onderwerp 'Interview(en)'. Activeer de voorkennis en bespreek het doel/functie van een interview.
Stap 2 -
Geef uitleg over vraagtypen (open/gesloten) en (benadruk) het belang van het stellen van open vragen in een interview. Zie ook de oefening 'Caesar en Cleopatra' onder de 'Tips van DiDi'. Handige tip voor je studenten: vragen die met een werkwoord beginnen zijn altijd gesloten!
Stap 3 - Leg de opdracht uit inclusief de leerdoelen en de in de voorbereiding bepaalde kaders: Geef aan hoeveel interviews ze (tenminste) af moeten nemen, binnen welke tijd de interviews afgenomen moeten worden, of ze dit tijdens je les(sen) mogen doen of  in hun eigen tijd en wanneer en hoe de resultaten gepresenteerd moeten worden.
Stap 4 - Als de studenten deze opdracht in groepjes uitvoeren, deel die dan nu in. Je kunt hiervoor een handige applicatie (klik) gebruiken die dit random voor jou doet. Plaats de groepjes vervolgens in breakout rooms in Microsoft Teams.
Stap 5 - Laat de studenten/groepjes tenminste 20 interviewvragen bedenken waarvan tenminste 15 vragen open moeten zijn. Laat de studenten hun vragen vervolgens indelen in twee categorieën: belangrijke vragen die ze sowieso willen stellen en vragen die ze kunnen stellen als er tijd over is of als de situatie dat toelaat. Leg hierbij uit dat de tijd van sommige mensen kostbaar/beperkt is, met name bij bedrijven.
Stap 6 - Controleer de vragen van de studenten/groepjes, let daarbij op de verhouding open/gesloten vragen en geef feedback op de gemaakte prioritering.
Stap 7 -
Laat studenten/groepjes vervolgens aan jou een voorstel doen voor wie ze willen interviewen en waarom ze die personen hebben uitgekozen. Als ze in hun voorstel een organisatie of bedrijf kiezen, laat ze dan specificeren wie (welke persoon/functie) ze willen interviewen. Geef feedback op hun voorstel en keur het al dan niet goed. Studenten mogen pas interviews afnemen nadat hun voorstel door jou is goedgekeurd.
Stap 8 - Laat de studenten/groepjes hun interviews afnemen.
Stap 9 - Laat de studenten/groepjes hun bevindingen presenteren.
Stap 10 - Als je bij stap 4 leerdoelen met de studenten hebt gedeeld, controleer dan nu of deze behaald zijn.

Net even anders

  • Laat de studenten/groepjes bij elk van hun vragen ook een 'doorvraag-vraag' formuleren.
  • In plaats van dat je de studenten/groepjes op pad stuurt om interviews af te nemen, kun je ook een expert in je les uitnodigen. Je studenten kunnen deze persoon dan klassikaal interviewen à la College Tour.

Tips van DiDi

  • Gebruik de oefening 'Caesar en Cleopatra' om studenten bewust te maken van het verschil tussen open en gesloten vragen evenals het belang van open vragen stellen in een interview:
    • Geef de klas het volgende raadsel op:
      • Caesar en Cleopatra liggen dood in de kamer. Ra ra, wat is er gebeurd?
    • Studenten moeten nu achterhalen wat er is gebeurd. Hierbij mogen ze alleen gesloten (ja/nee) vragen stellen.
      • Cleopatra is een goudvis en leeft in een viskom. De viskom staat op een grote luidspreker. De luidspreker is van Oscar, die erg veel van muziek en dieren houdt. Oscar heeft ook een poes, Caesar. Op een dag, toen Oscar het volume maximaal had opengedraaid, sprong de viskom en brak in stukken. Cleopatra, de goudvis, lag nog maar net te spartelen op de grond toen Caesar eraan kwam rennen. Omdat Caesar al vanaf zijn geboorte veel zin in Cleopatra had, greep hij zijn kans en hapte direct toe. Maar helaas voor Caesar bereikte een van de glassplinters eerder zijn strot. En zo lagen ze in die kamer, allebei dood. Cleopatra omdat vissen niet op het droge kunnen leven, Caesar omdat poezen geen glas kunnen eten. Oscars luidspreker deed het gelukkig nog.
    • Sluit de oefening af met het delen van het hele verhaal en benadruk daarbij dat je met één open vraag (Wat is er gebeurd?) het hele verhaal kan achterhalen. Koppel dit vervolgens aan de werkvorm en benadruk dat je bij interviews met open vragen véél meer informatie krijgt dan met gesloten vragen.
  • Gebruik voor stappen 5 en 6 de 'opdrachten' functionaliteit van Canvas: laat de studenten hun vragen in Canvas inleveren (stap 5) en geef vervolgens feedback (stap 6).
  • Als je de studenten in groepjes laat werken, overweeg dan om deze vooraf alvast in te delen. Maak dan meteen alvast de bijbehorende breakout rooms aan in Microsoft Teams.
  • In de DiDi Community kun je met collega's in gesprek over deze werkvorm en de onderstaande applicaties: stel daar al je vragen en deel je ervaringen of check de best practices van andere docenten!

Aanbevolen applicaties

Mural

Mural

Mural is een digitale werkplaats voor visuele samenwerking. Met Mural kun je gemakkelijk en efficiënt ideëen uitwerken en visualiseren.
Padlet

Padlet

Padlet is een digitaal prikbord waar je met je studenten van alles op kunt plaatsen en delen. Het is interactief en je kunt de padlets bewaren.
Microsoft OneNote - Class Notebook

Microsoft OneNote - Class Notebook

Microsoft OneNote Class Notebook biedt een dynamische omgeving/notitieblok waarin je met een klas kunt samenwerken.
Microsoft Teams

Microsoft Teams

Microsoft Teams is een samenwerkings-app voor hybride onderwijs, zodat jij en je studenten op één plaats op de hoogte, georganiseerd en verbonden blijven.
Canvas

Canvas

Canvas is ons nieuwe LeerManagement Systeem (LMS). Gebruik verschillende didactische componenten om cursussen te bouwen en je onderwijs aan te bieden.